tr. (1) op 30-12-1731 te Huijsen; Impost 14-12-1731: Pro Deo
met
Geertien Jans Backer, dr. van Jan Gerritsz Backer en Maria Huijberts ,
geb. op 16-08-1711 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 16-08-1711 te Huijsen,
184-3183; 01-06-1738; 184-3178; 06-06-1738,
184-3219; 26-05-1738; 184-3179; 26-01-1742,
ovl. op 18-11-1734 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 23-11-1734 te Huijsen; Pro Deo,
, -
SAGV155.2-ORA-3240-blz. 434; 08-09-1738: Marritje Huijberts weduwe wijlen Jan Gerritsz Bakker, mitsgaders Lambert Jansz Prins en Pieter Goetkoop als voogden over Ebbetje Jans Jacobz, onmondig en enig kind van mede wijlen Geertje Jans Bakker en
oversulx bij representatie voor de helft erfgenaam ab intestato van de voorn. Jan Gerritsz Bakker, namentlijk de voorn. Marritje Huijberts uijt eijge hoofden, wegens de statutaire gemeenschap van goederen tusschen haer en deselve haer overleden
man, en de voorn. voogden eijssers CONTRA Ebbe Roelen.
Uit dit huwelijk:
naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen | |
1 | Jan | *1732 | Huijsen | <= 1738; 184-3219; 26-05-1738 | 0 | 0 | ||
2 | Ebbetje | *1733 | Huijsen | 0 | 0 |
tr. (2) op 09-12-1736 te Huijsen; Impost 09-12-1736: Pro Deo
met
Jacoba ( Jaapje) Claas Wijgertsz Lamphen, dr. van Claes Wijchertsz Lamphen en Marritje Tijmens Vos,
geb. op 21-11-1717 te Blaricum,
ged. Rooms Katholiek op 21-11-1717 te Blaricum; dgt. Grietje Rutgers,
ovl. op 28-03-1797 te Huizen; zie Blaricum-RK,
begr. op 03-04-1797 te Huizen; Impost: 3,-,
, -
ORA-184-3179; 17-09-1756: Jacob Claasz Glasemaker woonagtig binnen dese dorpe geeft te kennen dat sijn huijsvrouw Jaapie Claas Wijgertsz, zigh thans inthoudende elders binnen dese dorpe, op 06-09-1756 met haare klederen en verdere
anderegoederen, gemunt en ongemuntuijt sijn huijs is weggegaan, verzoekt schepenen haar te verordonneren terug tekomen enz. Toegewezen
-
ORA-184-3180; 23-11-1757: Jacob Claasz Lamphen; en Jacob Claasz Glaasemaker als in huwelijk hebbende Jaapje Claas, en welke Jacob Claasz Lamphen en Jaapje Claas beijde kinderen en mede-erfgenamen zijn van beijde wijlen Claas Wijgertsz en
Marritje Tijmens in leven egteluijden gewoond en overleden alhier te Huijsen. Gaan proces voeren tegen de mede-erfgenamen. Dat onder de mede-erfgenamen sig onder anderen mede bevindt Rut Claasz wonende te Blaricum en derhalve gedagvaart moet
worden. CONTRA Wijgert Claasz, Tijmen Claasz, en Cors Claasz en Rut Claasz, insgelijk alle kinderen en meede erfgenamen van Evengedagte Claas Wijgertsz en Marritje Tijmens
-
ORA-184-3221A099; 23-06-1761: Geertje Everts huijsvrouw van Goossen Jansz Mackinje, Trijntje Hendriks jonge dogter, Mijnsje Lucas huijsvrouw van Lambert Claasz Kruijmert, Pieter Ellerbrock (wonende Hilversum) en Jacob (Claesz) Lamphe, 4 van 5
wonende alhier, verklaren ter requisitie van Jacob Claasz Glasemaker woonagtig alhier, dat sij 1e deposant ontrent de maand October 1760 praesent is geweest bij de bevalling van Harmpje Wesseling en gehoord heeft, dat Hilletje Klink vroedvrouw
alhier gevraagd heeft wie de vader is, waarop Harmpje Wesseling geantwoord heeft ik heb een man. .. dat Jaapje Claas Lamphe huijsvrouw van Jacob Claasz Glasemaker, enz
-
ORA-184-3222A135; 18-11-1786: Langstlevende testament. Jan van der Louw en Jaapje Claasz Lamphen, egtelieden, testatrice siekelijk. Testatrice verklaarde te legateeren aan Claas Tijmens Lampen, of bij voor-overlijden aan sijn nazaad, en bij
gebrek van dien aan desselfs huijsvrouw een somma van f 200,
tr. (2) op 24-03-1771 te Huijzen; Impost 24-03-1771: Pro Deo
met Jan Louw van der,
Rooms Katholiek,
ovl. op 08-12-1801 te Huizen; zie Baricum-RK; Jan van der Louw te Huijz,
begr. op 09-12-1801 te Huizen; Pro Deo,
, -
ORA-184-3222A135; 18-11-1786
>